Vlaanderen lijkt misschien een minuscuul stipje op de kaart van Europa, maar dit kleinste van de Belgische regio’s heeft door de eeuwen heen een indrukwekkend architectonisch erfgoed opgebouwd. Haar adellijke herenhuizen en begijnhofhuizen, art-nouveauhoogtepunten en art-decotorens, glanzende kastelen en landhuizen behoren tot de elegantste ter wereld. Dan is er de moderne architectuur van de regio, een mix van traditie en innovatie die dit jaar gevierd wordt met twee tentoonstellingen en twee boeken. De eerste, Open Oproep: Celebrating Public Architecture, markeert de twintigste verjaardag van een uniek “meer-dan-een-wedstrijd” overheidsprogramma dat deze eeuw verantwoordelijk is voor een duidelijke verbetering van het Vlaamse burgerlijk ontwerp – van achthoekige sociale woningen tot pastorale verzorgingshuizen campussen.
Een ander boek, Architectuur en interieur in Vlaanderen, bundelt de meest opvallende creaties van een groep ontwerpers die architectuur, landschapsinrichting en interieurstyling als één geheel beschouwen. Het resultaat is een visie die de disciplines verenigt, waarbij ze elkaar beïnvloeden en beïnvloed worden door de anderen, en allemaal werken aan een gevoel van elegantie en authenticiteit. Deze aanpak verklaart waarom Vlaanderen de afgelopen jaren is uitgegroeid tot een van Europa’s meest vitale kunst- en designcentra, waarbij vooral Antwerpen een modehoofdstad is geworden die hipsters aantrekt, en Brussel de parttime thuishaven van duizenden bureaucraten en lobbyisten.
Deze creativiteit heeft de regio een nieuwe vitaliteit gegeven en wordt gevoed door een snelgroeiende dienstensector met onder meer bedrijven voor visuele effecten zoals Barco en Galaxy Studios en postproductiestudio’s die een revolutie teweegbrengen in de bioscoopervaring. Een van de belangrijkste bijdragers aan deze renaissance zijn architecten. De torenhoge stedelijke torenflats en wolkenkrabbers van glas en staal die in de steden van Vlaanderen verschijnen – zoals Amsterdam, Berlijn, Londen en Parijs – brengen buitenlandse investeringen binnen en maken van Vlaanderen een van de meest dynamische Europese economieën. Het trekt ook de aandacht voor de moderne architectuur van het land, waarbij zowel Gent als Brussel nu worden beschouwd als populaire bestemmingen voor internationale toeristen. Het nieuwe architectonische momentum heeft zijn weerslag gehad op de culturele scene, met een aantal Vlaamse kunstenaars die nu internationale erkenning krijgen voor hun werk in dans, theater en kunst.
Sterker nog, er is nog nooit een spannendere tijd geweest om Vlaanderen te bezoeken. En toch, ook al krijgt Vlaanderen internationale erkenning voor zijn ontwerp- en artistiek talent, het blijft een plek met een heel eigen karakter. Het is een cultuur van no-nonsense gedrag getemperd met vindingrijkheid, en het wordt weerspiegeld in de manier waarop de mensen zaken doen, leven en werken. Deze aanpak zie je in de hele regio terug in de industrie, het onderwijs, de zorg, de creatieve economie, het toerisme en de landbouw, maar ook in de vele musea, galerieën en culturele evenementen. Het is een cultuur die wordt ondersteund door een langdurig gevoel van gemeenschap en verantwoordelijkheid voor het milieu.